Gescheurde of verrekte kniebanden, een been- of polsbreuk, een schouderblessure of een skiduim… Allemaal dingen die je vooral niet op wilt lopen als je eenmaal van de piste af gaat! Voorkomen is nog steeds beter dan genezen, en dat is gelukkig makkelijker dan je denkt: zo zorg je dat die skiblessure ook dit jaar weer buiten de deur blijft.
1. Train voor vertrek
Dat is niet alleen heel leuk, maar ook nog eens verstandig: ga vlak voor je richting je skigebied gaat nog een paar keer oefenen op een kunstbaan, zodat je al je skills paraat hebt zodra je bovenaan de echte piste staat. Heb je een kantoorbaan? En sport je, buiten je wintersport om, niet al te vaak? Zorg in ieder geval dat je de weken in aanloop van je vakantie even een paar keer extra je sportschool bezoekt zodat je spieren wat sterker worden en je conditie wat meer op peil raakt. Houd je het in de sneeuw ook gelijk langer vol!
2. Goede warming-up en cooling-down
Maar eenmaal op de piste ben je er nog niet. Veel mensen onderschatten het belang van een goede warming-up en cooling-down, maar ze niet doen is een van de belangrijkste oorzaken van een skiblessure. En die wil je nu juist voorkomen! Plus: het zorgt ook voor veel minder of zelfs geen spierpijn. Begin alvast na je ontbijt met een kleine wandeling rondom je hotel of loop de trap een paar keer op en af, zodat je spieren langzaam al warmer worden. Stap daarna de skilift in en vervolg je warming-up als volgt:
Loop, als het kan, een stukje omhoog en weer omlaag, zodat je het gevoel hebt dat je aan het traplopen bent. Maak gedurende vijf minuten een looppas op de plaats: begin langzaam en versnel vervolgens je pas. Zwaai vervolgens je armen en benen heen en weer, zodat alles in je lichaam klaar is voor vertrek!
Ga je liever gelijk de piste af? Zie dan je eerste afdaling als warming-up: begin op de blauwe piste en ga op een rustig tempo naar beneden, waarbij je de bochten afgewisseld ruim en klein neemt.
De cooling-down staat gelijk aan: stretchen! Start met het stretchen van je kuitspieren. Zorg hierbij dat je je voorste been niet overstrekt en dat de hiel van je achterste voet op de grond blijft. Stretch vervolgens de achterkant en voorkant van het bovenbeen, door je ene onderbeen op te pakken en naar achteren op te tillen. De voorkant stretch je door je ene been recht naar voren met de hiel op de grond te zetten en je andere been gebogen te houden. Vergeet ook niet de achterkant van je bovenarmen: dit doe je door een gebogen arm via je elleboog achter je hoofd te brengen. Met je andere arm houd je de elleboog vast. Doe alles 10 seconden per kant.
3. Neem regelmatig pauzes
Zeker als je voelt dat je moe wordt of als je niet helemaal scherp meer bent. Soms is een half uurtje genieten van de zon al genoeg om er weer helemaal tegenaan te kunnen. Zo niet, kies er dan voor om wat eerder te stoppen die dag. Heb je ook net weer wat meer tijd om wat anders te doen (après-skiën bijvoorbeeld). Helemaal niet erg! En liever dat dan dat je aan het einde van de dag, net tijdens je laatste run, geblesseerd raakt omdat je net even te lang door bent gegaan.
4. Wees goed uitgerust (zowel letterlijk als figuurlijk)
Après-skiën is natuurlijk fantastisch, maar voor je eigen veiligheid is het beter om wel tijdig te stoppen en op tijd richting bed te gaan. Niet alleen om je lichaam wat rust te geven van de inspanningen overdag, maar ook om fris aan je nieuwe dag te beginnen! Want zo heb je alle energie om weer volop van de pistes te genieten, maar ben je tegelijkertijd ook een stuk scherper: je merkt onverwachte situaties net even wat sneller op en je kunt er op deze manier net even wat sneller op inspelen dan wanneer je met kleine oogjes (en misschien ook met wat hoofdpijn) de berg af skiet. Een beetje voor de hand liggend, maar weet ook waar je grenzen liggen: ga niet iets doen dat (net of juist veel) boven je niveau ligt! En wat betreft je uitrusting zelf is het ook slim om even na te gaan of je wel echt zo veilig mogelijk op pad gaat: draag een skihelm, skibril en goede kleding.
5. Laat je niet verrassen door het weer
Niets zo verraderlijk en veranderlijk als het weer: ski je het ene moment onder een strak blauwe lucht met zon, is het een half uur later ineens helemaal dicht getrokken en stukken kouder. En dat is nou typisch zoiets waar je helemaal niets aan kan doen, maar waar je wel wat méé kan doen. Oftewel: bereid je voor op elk type weer. Check ‘s ochtends de weersvoorspellingen en kleed je aan zodat je elke omstandigheid kan trotseren: draag laagjes en ademende kleding, zodat je warm blijft, zweet weggevoerd kan worden en dat je, als het toch te warm wordt: wat uit kan trekken. Vergeet je ook niet in te smeren met zonnebrandcrème (ook je lippen!) en zet een goede skibril op.
Heb jij wel eens een skiblessure gehad? En wat doe jij altijd om een skiblessure te voorkomen? Laat het ons weten in de reacties!