Voor wintersportfanaten staat de winter in het teken van skiën, snowboarden en gezelligheid in de sneeuw. Maar wat als je niet genoeg hebt aan één seizoen? En wat als je na de winter nog stééds drang hebt om besneeuwde hellingen te bedwingen… dan is zomerskiën de uitkomst! Benieuwd naar dé drie manieren waarop je dit kunt doen? Lees snel verder!
1. Skiën of snowboarden in een indoorhal
De eerste optie die je hebt om je wintersportbehoefte te vervullen in de zomer, is uitwijken naar een indoor-skihal in België of Nederland. Zo kun je in Nederland bijvoorbeeld afreizen naar Landgraaf of Zoetermeer en ook in België heb je de keuze uit verschillende hallen, zoals die in Peer (ja, echt!) of Anderlecht. Een andere optie, voor wintersportliefhebbers die het graag wat beter aanpakken, is skiën of snowboarden in het Duitse Bottrop. Deze hal in Duitsland is niet zomaar een skibaan, het is namelijk - met een lengte van 640 meter - één van de langste indoor skibanen ter wereld. Helaas heb je dan nog steeds niet die o-zo fijne combinatie tussen witte sneeuw in de buitenlucht en een stralende zon op je bol. Eens kijken of er een alternatief is…
2. Wintersporten, 365 dagen per jaar
Wat je beter kunt doen, is de auto pakken en naar een gletsjergebied rijden, waar de seizoenen lang zijn. Bijvoorbeeld op de Grande Motte-gletsjer in het Franse Tignes, waar je maar liefst 11 van de 12 maanden per jaar kunt skiën! Helaas biedt Tignes niet het héle jaar door sneeuwplezier, maar gelukkig zijn er twee gletsjers op onze aardbol waar je 365 dagen per jaar kunt skiën en snowboarden: de Hintertuxer Gletscher in het Oostenrijkse Tirol en de Matterhorn-gletsjer in Zermatt, Zwitserland. De reden dat je in hartje zomer kunt skiën, op plekken die helemaal niet zo ver van Nederland liggen, is de hoge ligging van de gebieden. Zo is de gletsjer van Hintertux gelegen op 3.250 meter hoogte en reiken de pistes van de Theodulgletscher op de Matterhorn zelfs tot een hoogte van 3.883 meter. Omdat de sneeuwkwaliteit niet vergelijkbaar is met die in de winter, openen de gletsjergebieden vaak ’s ochtends vroeg en sluiten ze bijtijds. Zo word je behoed voor eindeloos gestruggel door papsneeuw en kun je in de middag neerstrijken op het terras!
3. Paradijs aan de andere kant van de wereld
Ben je het skiën in de Europese gletsjergebieden na een paar zomerdagen zat en zoek je meer uitdaging? Dan hebben we nóg een optie voor je. Je moet er een tijdje voor in het vliegtuig zitten, maar dan heb je ook wat: verse poedersneeuw en perfect geprepareerde pistes. Naar welk oord je hiervoor af moet reizen? Nieuw-Zeeland, om precies te zijn! Dit land is hét perfecte toevluchtsoord voor wintersportfanaten die in de Europese zomer niet aan hun trekken komen. Het grootste gebied in het land (en tevens enige wintersportgebied op het Noordereiland) is Whakapapa. Op het Zuidereiland vind je de rest van de skigebieden, waarvan de grootste in Queenstown ligt. De gebieden beschikken allemaal over tientallen kilometers aan piste. Opvallend is dat de gebieden een mooie afwisseling aan niveaus bieden en dat met name zwarte pistes goed vertegenwoordigd zijn. Perfect dus voor ervaren wintersporters! En nóg perfecter om je honger naar verse sneeuw te stillen…
Wintersporten in Nieuw-Zeeland is dé uitkomst voor wintersporters die ook tijdens de Europese zomermaanden willen skiën en snowboarden. Ben jij zo’n wintersportfanaat die naar de andere kant voor de wereld reist voor poedersneeuw of houd je het toch bij één van de gletsjergebieden in Europa?